Het wetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’ is deze week (eindelijk) door de Tweede Kamer aangenomen. De wet regelt hoe een werkgever om moet gaan met een verzoek van de werknemer om (gedeeltelijk) op een andere arbeidsplaats te werken. Dit verzoek moet nu door de werkgever ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid’ beoordeeld worden. Voorheen kon deze het zonder verdere motivatie afwijzen. De wet geeft de medewerker dus juridisch een betere positie om thuis- of hybride werken te regelen.
Het is goed dat de nieuwe wet alsnog is goedgekeurd. Na het verplicht thuiswerken door Corona is hybride werken als maatschappelijke ontwikkeling niet meer te negeren. Elke werkgever die hier op dit moment geen beleid voor maakt zet zich in ieder geval buiten spel als het gaat om het aantrekken en behouden van (schaars) talent.
In mijn praktijk zie ik veel werkgevers worstelen met maken van een beleid hiervoor. Eenzelfde beleid voor alle medewerkers werkt niet, maatwerk is noodzakelijk. Dat wordt misschien wel weer ervaren als ongelijke behandeling, hoe gaan je hier mee om? Ook is de (vaak onuitgesproken) ondertoon in discussies dat er te weinig vertrouwen is en medewerkers wellicht de kantjes er vanaf lopen. Hoe creëer je als leidinggevende een juiste balans tussen autonomie en controle? Een cultuurthema waar veel organisaties al langere tijd mee worstelen.
Om tot een goed beleid te komen is het dus even puzzelen. Op zoek naar meer inspiratie en aanknopingspunten in de discussies hierover? Kijk voor een artikel hierover bij de bijdragen op mijn Linkedin (www.linkedin.com/in/bastorjuul)